Britse, en eventueel andere, auteurs die zich aan de besognes van een tiener willen wagen, moeten al straf uit de hoek komen willen ze Adrian Mole overtreffen. Zijn dagboek, bedacht door Sue Townsend heeft het genre zo min of meer gedefinieerd. Ik verwachtte dus min of meer een doorslagje toen ik Submarien aanving. De jonge auteur Joe Dunthorne weet dat ook, refereert daarom al snel naar de betreffende klassieker en slaagt er daarna met brille in een eigen stem te geven aan zijn personage, de 15-jarige Oliver Tate. Gebruikt graag moeilijke woorden, observeert zijn ouders in zijn bekommernis om de sleet op hun huwelijk, tracht de eczeem van zijn vriendinnetje te verklaren en heeft te doen met een gepeste klasgenote. Die hij zelf ook pest.
Dunthorne voert een scherp en scherpzinnig personage op dat echter, gezien zijn leeftijd, ook de nodige stommiteiten begaat. Interessant is dat Oliver sympathiek is in al zijn menslievendheid, maar ook arrogant in zijn overtuiging dat hij weet wat het beste is voor de mensen om zich heen. Hij is intelligent, maar slaat de bal soms flink mis. Dunthorne is echter mild voor hem en hanteert flink wat humor om de soms wrange situaties te verluchten. De ontwikkelingen in het verhaal kennen een niet altijd voorspelbaar verloop en dat houdt de roman boeiend. De aandacht voor details, de komische bedenkingen en de kleurrijke personages maken van Submarien een erg meeslepend boek.
Geef een reactie