Matt danst de wereld rond

16 08 2009

De 32-jarige Amerikaan Matt reist de wereld rond en doet overal gekke dansjes. Met of zonder locals. U weet over wie ik het heb, of nog helemaal niet en deze synopsis doet het ergste vermoeden? Kijk gewoon naar dit heerlijke filmpje en laat ons blij zijn dat er nog collectieve zotheid mag bestaan.

Hier meer over zijn avonturen en projecten.

Met dank aan oud-collega Tom.





Dit was het nieuws

11 08 2009

9 bejaarden komen om in een brand. De grootste ramp sinds de gasontploffing in Ghislengien, werd er gezegd. Hoort u er nog iemand over reppen? Was dat geen snel voorbijrazende tragiek?  9 senioren of 9 baby’s, het is wat anders. Bepalen wij dat of de media?

In Jette treft men twee lichamen aan in een huis, die er al vijf jaar lagen. Er wordt terecht afgevraagd waarom het zo lang geduurd heeft vooraleer iemand dat merkte. Maar ik stel me andere vragen, die ik in de media niet zie beantwoord worden. Zijn deze twee mensen dan precies gelijk gestorven? Zo ja, waarom wordt dat dan in geen enkel artikel verdacht gevonden? Indien nee, waarom heeft de laatst levende dan de buitenwereld niet op de hoogte gebracht van de dood van de ander? Ik vind de berichtgeving hierover vrij beperkt.

Een muziekleraar misbruikt meerdere minderjarige leerlingen. Ik hoef daar niet zozeer meer over te weten, maar zijn deze schokkende feiten niet meer waard dan een korte vermelding op pagina 4? Of lees ik de verkeerde krant?

Tijdens de maand juli liepen 537 kinderen verloren aan de kust. Dat zijn er 17 per dag. Begin nu maar met die chipimplantaten.

Eén woord van 4 letters, dat was al wat het sms’je bevatte dat de voorzitter van het Hof van Cassatie stuurde naar rechter Christine Schuurmans, m.b.t. het Fortisdossier. ‘Fait’ stond er. Ik vind dat wel opmerkelijk, zo’n minieme boodschap die zo’n zware gevolgen heeft. Hoe vaak zou die man al niet gewenst hebben dat hij dat niet gestuurd had?

Prachtig verhaal, in De Morgen van het voorbije weekend. De 8-jarige Thomas Klein heeft geen onderbenen maar wel stalen, sikkelvormige kunstbenen waarmee die alles kan behalve stilstaan. Een heel treffend relaas, ben blij dat er ook goed nieuws te rapen valt.

De Pfaffs worden beschuldigd van fraude. Hun advocaat noemt de kans reëel dat zijn cliënten voor de correctionele rechtbank zullen verschijnen, want ‘heel wat onderzoekers hebben veel tijd in de zaak gestoken, ze gaan dat niet zomaar laten vallen.’ Wat is dat voor veronderstelling? Dat het gerecht meegaander is als een zaak niet te veel van hun tijd heeft opgeëist? Bizar.

De cijfers van de krantenverkoop van het tweede kwartaal, wijzen me nog maar eens op de realiteit: Het Laatste Nieuws wordt iedere dag 281 508 keer verkocht. Een mens zou voor minder misantroop worden. Moet het nog verbazen dat de mensheid bij momenten zo simpel is?

Er wordt nog maar eens gemeld dat Jan Verheyen echt ongelooflijk hard aan het werken is aan Dossier K. Blijkbaar moet het dus voor het eerst zijn dat Verheyen eens echt alles moet geven. Dat verklaart zijn abominabele oeuvre alleszins, maar het is toch frappant dat die man dat vermeldenswaardig vindt. Niet alle jobs gaan vanzelf toch?

Moet ik mij doodschamen of niet? Voor het eerst verneem ik dat er in België ooit een ministaatje was, Neutraal Moresnet, afgeschaft in 1919. Daar had ik nog nooit van gehoord. Overdrijf ik het belang ervan, heb ik nooit goed opgelet of is dit echt een weiniggekend feit?

Zo, komkommertijd of niet, ik vind het nieuws wel wat hebben tegenwoordig.





Random Thoughts (11)

7 08 2009

random thoughtsWaarom spreek ik Engels tegen de Pakistaanse nachtwinkeldame? *** Tuk op rampen, keek ik gisteren naar de herhalingen van het één-journaal om wat meer te zien van de brand in het bejaardentehuis in Melle, maar bizar genoeg zat dit niét in het journaal want dat was een herhaling van het nieuws van acht uur en toen was die brand nog niet bekend. Hoe kun je in deze tijden de kijker nog zo op zijn honger laten zitten? *** Bezoekers komen nog steeds – en dit toch al jaren – op deze blog terecht op zoek naar een naakte Gerty Christoffels of Ann Swartenbroeckx in adamskostuum. Ik wil vooral niét weten wie die mensen zijn, maar wil ze toch een plezier doen: de rimpels van Swartenbroeckx kan u hier tellen, de andere oude doos vindt u hier zonder kleren.*** En anders vindt u hier veel interessantere rijpere dames. ***  Wil u ze nog ouder? De nieuwe film Meisjes verschijnt op 19/8 en wordt u bij deze aangeraden. *** Het mag toch hé, lui zijn in de vakantie? Ik verwacht ieder moment een controle aan mijn deur van één of andere instantie die wil weten of ik wel actief genoeg ben. *** Kent u nog mensen die hun kind laten dopen? Ik wel blijkbaar, dus bezoek ik zondag voor het eerst in jaren nog eens een kerk. *** Er hingen stofdraden in het deurgat van mijn klas, stelde ik vast toen ik de planten van water ging voorzien. Nog even en het is een spookklas, verlaten en in verval geraakt. 1 september is nog vrij ver weg. *** Onlangs bijgewoond: de klucht ‘Nieuwe tapisplein – een drama in 7 akten’. Met in de hoofdrollen twee grootouders, twee tantes, twee nonkels, een moeder en een broer. Hilarisch. Fantastische acteerprestaties. Alleen het decor was wat onafgewerkt. Verlengd wegens succes ***

Tot slot nog een absurd dialoogje uit een herhaling van het surrealistische Jambers van begin jaren ’90:

– Wat betekent die tatoeage op je gezicht?
– Da’s mijn naam.
– Waarom laat je dat daar zetten?
– Goh… waarom zou ik het er niet op zetten?





Terugblik op het zomerfilmcollege (3)

3 08 2009

De essentie nu: wat heb ik daar eigenlijk gezien? De films werden verdeeld over 3 thema’s. Het filmjaar 1960 stond centraal, films die dat jaar gemaakt werden, van over de hele wereld. Het tweede thema draaide om ‘emigrés’, Europese cineasten die de overstap maakten naar Hollywood (in de eerste helft van de 20e eeuw). Het derde thema behandelde de nieuwe Koreaanse cinema. In de reeks kon je ook een aantal recente films bekijken.

Een overzichtje:

1960: (David Bordwell)

filmjaar1960 *The Apartment (Billy Wilder, USA): een Hollywoodklassieker die nog niets aan kracht verloren heeft. Scenariogewijs een topper, met energiek acteerwerk van de onovertrefbare Jack Lemmon.

*The World of Apu (Satyajit Roy, India): het leven en lijden van een jonge Indiër, een tragisch relaas dat destijds als een echt meesterwerk beschouwd werd. Nu toch iets minder treffend, maar best onderhoudend.

*Black Sunday (= La Maschera del demonio, Mario Bava, USA): Werkelijk abominabele horrorfilm over tot leven gewekte heksen, zich in typische mysterieuze kastelen en akelige bossen afspelend. Hoofdactrice Barbara Steele had blijkbaar ook nog nooit van een tandarts gehoord.

*Le Petit Soldat (Jean-Luc Godard, Frankrijk): moeilijk verteerbaar intellectueel gedoe waarbij het ergerlijke spelen met de geluidsband en de bizarre beeldvoering ‘de politieke en morele twijfels van het hoofdpersonage symboliseren’. Had niet gehoeven.

*Late Autumn (Yasuyiro Ozu, Japan): stijlvol en onderhoudend familiedrama met bewonderenswaardige beeldovergangen.

*The Leech Woman (Edward Dein, USA): lachwekkende, Jommekesachtige horrorpoging over een dokter op zoek naar een verjongingsmiddel. Barslecht.

*The Bad Sleep Well (Akira Kurosawa, Japan): Grandioos drama met een meeslepende verhaallijn en indrukwekkende shots. Twee en een half uur steengoede cinema.

*The Fall of the House of Usher (Roger Corman, USA): Irriterende horrorshit, ondanks de aanwezigheid van de legendarische Vincent Price een slaapverwekkend onding.

*Lola (Jaques Demy, Frankrijk): mooie mozaïekfilm vol interessante details en fijne links tussen tal van personages. Zeer genietbare kost.

*Kapo (Gillo Pontecorvo, Italië): indringende Holocaustfilm met een wat apart uitgangspunt dat veel stof tot discussie opleverde.¨

* 13 Ghosts (William Castle, USA): met een 3D-brilletje kon je in bepaalde scènes de spoken zien die het de hoofdrolspelers lastig maken. Op deze gimmick na, valt er echter weinig pret te beleven aan deze gedateerde en slordig afgehaspelde nonsens.

*Die 1000 Augen des Dr. Mabuse (Fritz Lang, Duitsland): interessante, onderhoudende thriller met enkele fijne plotwendingen. Mijn eerste Fritz Lang-film!

*Peeping Tom (Michael Powell, GB): knappe psychologische thriller die ik vooral fascinerend vond omdat er overeenkomsten vast te stellen vallen met het grandioze The Truman Show. Kijken en bekeken worden, het blijft in deze multimediatijden een relevant onderwerp. De spanning wordt op slimme wijze visueel opgedreven, waardoor dit nog een vrij sterke film kan genoemd worden.

Emigrés: (Muriel Andrin, Steven Jacobs, Tom Paulus, Kevin Brownlow)

emigrés*The Cat and the Canary (Paul Leni, 1927, USA, stomme film): verrassend entertainende thriller met aardig uitgewerkte personages en een al bij al coherente vertelling. Aangenaam filmpje!

*The Kiss (Jaques Feyder, 1929, USA, stomme film): Sterke thriller die nergens verveelt en vooral een uitstekende Greta Garbo laat zien.

*The Southerner (Jean Renoir, 1945, USA): best aardig, hoewel het grootste deel van het publiek weing zag in de belevenissen van een boerenfamilie in Californië. Vertelstijl en personages zijn wat oppervlakkig en naïef, maar toch blijft dit een leuk niemendalletje.

*Criss Cross (Robert Siodmak, 1949, USA): bevredigende, wat routineuze film noir met een vrij goed uitgewerkte plot.

*It happened tomorrow (René Clair, 1944, USA): een leuke plot – journalist krijgt de krant van de volgende dag en weet zo al het nieuws vooraf – wordt wat onbevredigend en ietwat rommelig uitgewerkt. Middelmatig.

*The Reckless Moment (Max Ophüls, 1949): best oké, deze thriller met sterke hoofdpersonages en enkele mooie cameravoeringen. Werd in 2001 hermaakt als The Deep End.

*Das Wachsfigurenkabinett (Paul Leni, 1924, Duitsland, stomme film): vermoeiende en al te simpele klassieker. Strontvervelend.

*Crainquebille (Jaques Feyder, 1922, stomme film): voor die tijd nog best aardige tragedie met enkele experimentele shots.

*La Fille de l’eau (Jean Renoir, 1924, Frankrijk, stomme film): wat langdradig en niet altijd even helder verteld drama waarin ook weer enkele special effects zitten.

*Menschen am Sonntag (Robert Siodmak, 1930, Duitsland, stomme film): Mooie, atmosferische observatie van een handvol mensen op een zomerse zondag in Berlijn.

*Le Million (René Clair, 1931, Frankrijk): bij momenten verrukkelijke komedie vol achtervolgingen en misverstanden, lekker veel chaos en dolle personages die een zoektoch inzetten naar een winnend lotterijbiljet.

*Komedie om Geld (Max Ophüls, 1936, Nederland): Toch wel gedateerd en hier en daar al te simplistisch, hoewel origineel ingekaderd.

*The Wind (Victor Sjöström, 1928, USA, stomme film): Sterk, realistisch drama met overtuigend acteerwerk van o.a. Lilian Gish.

*Körkarlen (= The Phantom Carriage, Victor Sjöström, Zweden, stomme film): voor die tijd knappe visuele effecten en vernuftige flashbacks, in een tragisch maar toch ook wel wat saai drama.

*The Beast with Five Fingers (Robert Florey, 1946, USA): de zoveelste B-horror, met alweer bordkartonnen kasteeldecors en een heel erg onnozel verhaal. Wel een leuke kennismaking met horrorlegende Peter Lorre.

*The Black Cat (Edgar G. Ulmer, 1934, USA): buiten het feit dat twee sterren uit die tijd tegenover elkaar komen te staan – Bela Lugosi en Boris Karloff – heeft deze knullige en ridicule prul niets te bieden.

Nieuwe Koreaanse cinema: (Chistophe Verbiest)

zuidkorea*Hanyo (= The Housemaid, Kim Ki-Young, 1960): zeer bizarre, soms spannende, soms afstotende thriller.

*The Isle (= Seom, Kim Ki-Duk, 2000): mooie, magisch-realistisch psychologisch drama vol prachtige maar ook gruwelijke beelden. Even poëtisch als schokkend.

*Old Boy (Park Chan-Wook, 2003): magistrale wraakfilm barstenvol schitterende scènes, stilistisch geweld en meeslepende wendingen. Een grandioze film. Bizar genoeg had ik deze film al eerder gezien zonder dat ik me ook nog maar één scène herinnerde. Dat vind ik des te opmerkelijker omdat ik dit nu echt wel een geweldige film bleek te vinden. Het geheugen is een raar ding.

*The Host (Bong Joon-ho, 2007): Indrukwekkende monsterfilm die in essentie, zo leerden we, eigenlijk een melodrama is. Hollywoodkost op zijn Koreaans, zou je kunnen zeggen (dit is de meest succesvolle Zuid-Koreaanse film), maar met zoveel vernuft, stijl en intelligentie gemaakt dat een Amerikaanse remake nooit hetzelfde niveau zou kunnen evenaren. Schitterend. Had ik ook al eerder gezien en opnieuw heel erg van genoten.

*Camel(s) (Park Ki-young, 2002): voor de liefhebbers. Een zwart-witfilm waarin twee personages de hele tijd converseren, grotendeels oppervlakkige praat, en de kijker het moet stellen met minutenlange shots van pakweg een lavabo of sushischaaltje. Vraagt van de kijker een grote inspanning en bereidheid.

Ik sloeg enkel 4 avant-gardistische kortfilms over, dus dat was 52 uur filmkijken.

 Voor cijfervreters, hier nog wat statistieken:

Sinds 1993 hou ik nauwgezet statistieken bij (destijds ook met terugwerkende kracht opgesteld). Ik zag tot op dit moment 2730 films (3134 als ik ook de films meetel die ik meer dan eens zag). 995 daarvan zag ik in de bioscoop (oei, daar duizel ik zelf wel even van). Bijna 500 ervan, ofte iets van een 18%, is niet-engelstalig. Dat cijfer blijft trouwens alsmaar stijgen. Bijna 1/5 van die niet-engelstalige films is Frans. Wat Belgische films betreft, staat de teller op 80.

De oudste film die ik zag, dateert uit 1921. Het meest films zag ik uit het jaar 2005 (184). Uit het boek 1001 Movies You Must See Before You Die, heb ik 270 films gezien.

De acteurs die ik het meest aan het werk zag zijn al jaren en jaren dezelfde: Robert De Niro (40 films) en Meryl Streep (37 films). Het zijn niet zozeer mijn favoriete acteurs, maar ze hebben gewoonweg al heel veel films gemaakt. In hun kielzog verandert er af en toe wel eens wat: momenteel zijn Anthony Hopkins, Dustin Hoffman en Nicolas Cage de opvolgers met 31 films en Michael Caine, Johnny Depp, Julia Roberts en Philip Seymour Hoffman met 30 films. Steven Spielberg en Woody Allen voeren de regisseurslijsten aan, eveneens simpelweg omdat ze zoveel films maken.

181 van die 2730 films beschouw ik als echt zéér goed of grandioos. En nu op naar de 3000!





Terugblik op het zomerfilmcollege (2)

2 08 2009

Wat voor mensen hebben er tijd en zin om 8 zomerdagen lang in een bioscoopzaal door te brengen van ’s ochtends tot middernacht? Redelijk wat, zo bleek. 80 deelnemers telde deze editie, wat blijkbaar een record was. Ik had er als vanouds tussen het films kijken door plezier in de mensheid in zijn doen en laten te aanschouwen.

Eén Limburgse dame liep al snel in de kijker. Zij maakte er al na een dag of wat de gewoonte van de filmvoorstellingen na een half uurtje te verlaten. Haar goed recht, maar waarom nam ze dan altijd helemaal bovenaan plaats en droeg ze meestal van die klepperende sloefkes of schoenen met hakjes die telkens wat loskwamen als ze stapte? In een gesprek later maakte ze er melding van dat ze al die films nog wel eens zou huren in de bib. Daar sla je als filmfan wat van achterover. Je krijgt de kans een aantal zeer zeldzame, oude films te zien, op een bioscoopscherm, je hebt daarvoor betaald en dan spreek je over dvd’s?

Een ander markant figuur was een jongeman die duidelijk wat meegemaakt had. Niet alleen het reusachtig litteken op zijn schedel wees daarop, hij was ook wat onbehouwen in de omgang. Vriendelijk en praatgraag, dat wel, maar zich vaak niet bewust van sociale conventies. Merkwaardig genoeg had deze kerel een boek geschreven! Met een autobiografisch relaas over zijn verblijf op een psychiatrische afdeling, haalde hij zelfs de pers. Hij informeerde me maar al te graag over het aantal verkochte boeken (39 al in de eerste week) en wat er aan te verdienen viel (10 % per verkocht exemplaar, ik heb er geen benul van of dat veel of weinig is). Interessante figuur, bij momenten.

Dan was er dat Nederlands koppel (er waren er wel meer, ongeveer een kwart van de deelnemers kwam uit Nederland) van wie je hoopte dat ze niet voor je stonden in de rij voor het buffet. Dit duo, dat er overigens enigszins exentriek uitzag (Morticia Addams en Professor Gobelijn komen in de buurt), stoorde zich geenszins aan de rij wachtenden en deed er schijnbaar uren over uit het middagbuffet hun keuze te maken. Achteraf beschouwd maakten ze eigenlijk helemaal geen keuze en laadden ze gewoon alles en zo veel mogelijk op hun bord. Verder misschien aardige mensen (in hun voordeel: ze kwamen meestal pas heel laat aan het buffet zodat het aantal wachtenden nog meeviel), maar hun onverstoorbaarheid kon irritant overkomen.

Dan was er het Hollandse meisje dat zich niet geneerde om tijdens wat voor film dan ook korte reacties te geven. Jonge diertjes riepen kreetjes op, Greta Garbo en andere Zweedse verschijnselen, lieten haar zwijmelen. Allemaal schijnbaar geheel spontane uitingen van bezorgdheid, enthousiasme of idolatrie, maar na een dag of twee was het wel genoeg geweest. Het theatrale van deze reacties kwam op den duur berekend over, al bewonderde ik het (Hollandse?) je m’en foutisme. En ze wist wel héél veel over film.

Grootste ergernis was een Antwerpse kerel die  luide conversaties met zijn gezelschap hield, vooral – u kent dat wel – met de bedoeling indruk te maken op meeluisteraars. Niet alleen had hij mijn insziens niets zinvols te vertellen over wat voor film dan ook, zijn neiging om elke zin met een Engelse slogan of uitdrukking af te sluiten was hoogst enerverend. I was not amused.

Niet alle aanwezigen hadden per se iets met film. Sommigen deden in het dagelijks leven heel wat anders en zaten er puur uit interesse. Eén vrouw leek me wat verdwaald. Na enkele dagen haar conversaties aangehoord te hebben, zou ik spontaan een bureau op het ministerie bedenken als biotoop. Of een Blokker of Kruidvat, waar ze gerante zou zijn. Terwijl het merendeel van de gesprekken tussen de films door over film gingen (uiteraard, al was er ook ander voer voor gesprek), hoorde ik haar keuvelen over patronen op servetten of de meest geschikte sandalen voor strandwandelingen. Met dit soort mening, noem het maar een ‘oordeel’ zo u wil, begeef ik me misschien weer op kritiek terrein (vakjesdenker!), maar ik bedenk gewoon dat je in omgang met mensen die je niet kent, misschien wat minder onnozele praat zou kunnen uitslaan.

Er was ook een vriendelijke Franstalige man die af en toe sukkelde met zijn Nederlands. Hij zat rustig te luisteren naar een conversatie die ik had met mijn tafelgenoten, over de KUTsite, waar ik recensies voor schrijf. Enkelen kenden onze site en er werd uiteraard weer wat gegrapt over de naam. Ik herhaalde nog maar eens dat je zeker moet dotcommen en niet dotbeëen, want anders krijg je vieze plaatjes hahaha. Waarop de Franse meneer voor het eerst zijn mond open doet en vraagt: ‘Wat ies een kut?’. Leuk kennismakingsgesprek.

Er was ook nog een Aalsterse wiskundelerares (‘Oort ge dak van Aalst ben? Ik probeerder nochtans wa op te letten!’) maar op het feit na dat ze af en toe iets té strakke kleren droeg, valt er niets aan te merken op deze sympathieke madam.

Ja, een bont allegaartje was het wel, maar dat maakte het natuurlijk stukken boeiender. Ook op niet-filmisch vlak viel er dus best wat te kijken.

 





Terugblik op het zomerfilmcollege (1)

1 08 2009

In juli woonde ik het zomerfilmcollege bij, een door de Vlaamse dienst voor Filmcultuur georganiseerde studieweek. Ik kreeg er de kans meer dan 30 films te zien, voornamelijk oude tot heel oude films van over de hele wereld, vakkundig ingeleid of nabesproken door kenners (een tussenstand volgt in een ander blogstukje). Een mooie kans ook om films op het witte doek te bekijken die in sommige gevallen zelfs niet op dvd beschikbaar zijn.

Eén van de thema’s was het filmjaar 1960. Toen de reeks voorbij was, vroeg de Amerikaanse filmwetenschapper David Bordwell of er conclusies te trekken vielen. Ik opperde dat we misschien simpelweg konden besluiten dat cinema er vandaag eigenlijk nog grotendeels hetzelfde uitziet of dat er in 2009 in se nog steeds dezelfde films worden gemaakt als in 1960. Klopt, beaamde Bordwell, maar dat zei men in 1960 natuurlijk ook al als je keek naar 1910. Cinema is in wezen dus al 100 jaar hetzelfde. Maar zal de cinema in de komende decennia dan niet meer wezenlijk veranderen? Volgens een andere deelnemer zou de huidige laagdrempeligheid van filmmaken voor een nieuw genre gaan zorgen: iedereen kan nu eigenlijk films maken. Maar Bordwell betwijfelde sterk of dat voor vernieuwing zou zorgen. Hij gaf als voorbeeld een Youtubefilmpje dat hij zelf wel leuk vond: de wedding entrance van een Amerikaans koppel werd geënsceneerd als een stukje uit een musical: iedereen komt dansend binnen. Hoewel dit koppel niet de intentie had een echte film te maken, is het in scene zetten van een situatie eigenlijk al een opzet die leidt tot ‘filmmaken’ – wat wil dit koppel anders dan er een show van maken? Bordwell meent dat mensen daarbij echter de conventies van de cinema gaan behouden en gaan nabootsen. De kans dat er iets ‘nieuws’ ontstaat is dan eerder klein. Maar het filmpje –  jammer genoeg toch wel erg slecht in beeld gebracht – blijft wel leuk.