Niet weerhouden

29 04 2012

In Canvascollectie krijgen heel wat kunstenaars, would-be-kunstenaars en pseudo-kunstenaars te horen dat ze ‘niet weerhouden’ worden. Dat blijkt jammer voor hen te zijn, terwijl ze eigenlijk verheugd mogen dromen van roem en rijkdom. ‘Iets weerhouden’ betekent immers ‘tegenhouden of beletten’. De kunstwerken of knutselarijen die dus ‘niet weerhouden’ zijn, worden dus eigenlijk ‘niet tegengehouden’ en zijn dus in feite wél geselecteerd.

Deze hardnekkige taalfout blijkt niet te bannen uit ons taalgebruik. In 1992 of ergens daaromtrent kreeg ik van VTM te horen dat ik ‘niet weerhouden’ was om deel te nemen aan De Vraag van 1 Miljoen. Ik vond dat een verwarrend bericht en las de brief keer op keer na. Het was me duidelijk dat er geen miljoen te rapen viel, maar waarom maakte men mij dat duidelijk met een uitdrukking die precies het omgekeerde betekent? Ik zocht dit op om zeker te zijn en sindsdien is dit één van die taalfouten die me nooit ontgaan.

De juryleden van de Canvascollectie lijken me intelligente mensen. Dat betekent niet dat ze geen taalfouten mogen maken. Maar de uitdrukking ‘niet weerhouden’ is zo’n vastgeroeste fout die ik vooral associeer met mensen die niet gewend zijn zich in standaardtaal uit te drukken en dan maar hun toevlucht nemen tot dooddoeners en clichés. Het soort mensen dat ook ‘daar’ zegt als ze ‘aangezien” bedoelen of zijn familienaam voor de voornaam zet. Mijn naam is Vanderborght Roger en daar ik op het ministerie tewerkgesteld ben, ben ik woonachtig te Moorslede. U weet wel.

Lieden die een plaats in de jury van Canvascollectie krijgen, zouden belezen, kritische, welbespraakte mensen horen te zijn. En daarvan verwacht ik dat ze het woord ‘weerhouden’, in welke betekenis dan ook, naar het rijk der vergeten woorden verbannen.





De triomf van de leeghoofdige kip (2)

16 04 2012

Het is intussen al vier jaar geleden dat ik dit stukje schreef, uit ergernis omdat zo veel vrouwelijke sidekicks zich wentelen in onnozelheid. Linde Merckpoel moest het ontgelden – dat was niet zo aardig van mij – en blijft met dat artikel ook nog steeds opduiken wanneer Googelaars haar naam intypen. Is er intussen enige verbetering zichtbaar?

Vanochtend stond mijn radio zo min of meer per ongeluk weer op Studio Brussel. Ik dacht dat even te verdragen en was benieuwd waarmee het olijke duo Thomas De Soete/Linde Merckpoel me wakker zou weten te krijgen. Dat bleek rond kwart voor zeven een rubriek te zijn die gewijd was aan het moppentalent van Linde.

Ik kan me geen onaangenamer begin van mijn nieuwe werkweek voorstellen, eerlijk gezegd. In enkele seconden schoot mijn bloeddruk omhoog, als gevolg van de zenuwslopende wijze waarop Merckpoel de grap ten berde bracht. Ik waande me een kleuter van 5 die door de juf werd toegesproken alsof ik 2 was. De geforceerd vrolijke, haast hysterische wijze waarop Merckpoel met schelle stem haar verhaaltje naar de hoofden van pas ontwakende luisteraars slingerde, was een ware marteling. Terwijl de nadrukkelijk gearticuleerde zinnen tegen mijn hoofd beukten, kon ik maar één ding bedenken: heeft Linde Merckpoel al een keer naar zichzelf geluisterd?

De radio als kweekvijver voor televisie-persoonlijkheden… ik blijf me afvragen wat iemand ooit in dit mens zag en hoop haar de komende vier jaar opnieuw ver buiten mijn gezichts- en vooral gehoorsveld te houden. Botte kritiek, ik weet het, maar het moest er even uit.

In aanverwante ergernis: ook An Lemmens ‘ naam viel destijds, toen het over kinderlijke presentators ging. Zij heeft het intussen helaas wel tot een echte tv-persoonlijkheid geschopt en dat blijf ik een groot mysterie vinden. Heeft nu werkelijk nog geen enkele tv-bons met een minimum aan kritische ingesteldheid eens vijf minuten naar Lemmens gekeken of geluisterd? Ik zie echt niet meer dan een babe die met alle moeite van de wereld de autocue tracht af te lezen, met een gigantisch gebrek aan naturel. Eens die voorbereide tekst wegvalt – bij een gesprekje met een kandidaat bijvoorbeeld – verdwaalt Lemmens al meteen in een bos van onnozele vragen en slaapverwekkende dooddoeners, alsof ze een bomma op de markt is. Lemmens presenteert niet, ze speelt dat ze presenteert. Haar mimiek heeft ze daarbij geenszins onder controle.

Nu kan je dat wel makkelijk als zure praat van een geërgerde kijker beschouwen, maar mijn essentie is: heeft An Lemmens ook maar eens van iemand enige instructie gehad? Is ze op wat voor wijze dan ook opgeleid om een programma te dragen? Televisiepersoonlijkheid noemen ze dat. Dat is dus synoniem voor poppemieke dat voorgekauwde praat uitkraamt. Zet daar iemand als Rani De Coninck of Francesca Vanthielen naast en je merkt het verschil meteen. De programma’s van deze dames kunnen me evenmin boeien, en de dwingende familiaire toon die op vtm gemeengoed is geworden tegenover allerlei kandidaten, is een zwak, maar verder kunnen deze dames zowat alles aan. Die hebben persoonlijkheid, al hoef ik ze daarom niet eens tof te vinden.

Er zijn ongetwijfeld nog tal van andere tv-kippen die dezelfde kritiek verdienen – Saartje Vandendriessche is zelfs een kip zonder kop – maar ik ambieer nu eenmaal geen alles beslaande thesis. Enkel een ouderwets stukje zagen.





Terug naar de bron

15 04 2012

Intussen heeft u niemand meer nodig om u te vertellen welke televisiereeksen u absoluut moet gezien hebben. In tegenstelling tot bij cinema komt kwaliteit in het geval van dvd-reeksen bijna altijd bovendrijven. Iedereen weet al dat The Sopranos, The Wire en Six Feet Under must-see televisiereeksen zijn. Dat u Deadwood, The Shield, Arrested Development en Dexter niet mag laten passeren. Dat Breaking Bad, Mad Men en Boardwalk Empire tot het beste behoren wat fictie ons te bieden heeft. Als ik het u dus nu niet vertel, leest of hoort u vast ergens anders wel dat The Bridge ook in dat rijtje hoort.

In het rijtje van al die Amerikaanse topseries, lijkt een Scandinavische politieserie misschien niet op zijn plaats. Ik besteed doorgaans niet veel aandacht aan de vele geprezen series uit Zweden e.d. Omdat detectiveseries veel te vaak om een plot draaien en niet om  personages en je die uitgestrekte landschappen op een bepaald moment ook wel eens gehad hebt, zeker als ze functioneel zijn. Ik besef echter dat er uitzonderingen zijn en als die dan ook nog zo overrompelend goed zijn als The Bridge, dan moét ik u dat gewoon laten weten, al verkondig ik daarmee niets nieuws voor wie thuis is in de betere tv-fictie.

The Bridge (Bron/Broen) is een unieke Zweeds-Deense samenwerking rond een wel zeer bijzonder politieduo dat een psychopathische moordenaar wil opsporen. De reeks is op alle vlakken topwerk, en is vooral uitermate knap bedacht en geschreven. Niet alleen slagen de makers er in ons mee te slepen met een mysterieus, voortdurend verrassend verhaal, maar ook en vooral om de plot volkomen in te bedden in de aparte relatie tussen Saga Norén en Martin Rohde. IJzersterk is vooral dat uiteindelijk de hele plotafhandeling blijkt te steunen op de karakters en eigenaardigheden van de personages. Van een inwisselbaar Witse-vertelseltje is dus lang geen sprake, in die mate zelfs dat het maar de vraag is hoe je op even geloofwaardige wijze voor een tweede seizoen kan zorgen van deze grandioze serie.

In amper drie dagen wist ik deze tien uur durende reeks uit te kijken, in een roes haast én met daaropvolgende nachtelijke visioenen die rechtstreeks uit al die uren tv voortvloeiden. Op een bijna ongezond intense manier ging ik op in de meeslepende zoektocht naar een duivelse plaaggeest, die aanvangt met het aantreffen van twee halve lijken op de brug tussen Zweden en Denemarken en eindigt met een tragische en ontnuchterende ontdekking. En uiteraard met de u misschien niet onbekende spijt dat het weer voorbij is, zo’n korte maar hevige dvd-verslaving.

Dus als het nog niet duidelijk is: een aanrader.

(en jammer genoeg geen fatsoenlijke trailer of compilatie te vinden om dat beter te illustreren:)





Lectuurtip: Bonita Avenue

10 04 2012

De Nederlander Peter Buwalda verschijnt op het literaire toneel met een debuut van formaat. Bonita Avenue is één van de meest meeslepende romans die ik in lange tijd gelezen heb.

De plot van dit uitgekiend familiedrama ontvouwt zich op meesterlijke wijze tot een grootse tragedie. De waaier van prachtig verweven plotlijnen draait rond het langzame verval van een familie. Hoofdpersonage Siem Sigerius ziet zijn wereld in elkaar storten wanneer hij het geheim van zijn stiefdochter en haar vriendje ontdekt. Nochtans heeft hij zelf ook wel één en ander te verbergen. Met veel precisie worden zowel de oorzaken als gevolgen van de verschillende gebeurtenissen beschreven, in een vernuftige flashbackstijl waarbij we al meteen heel veel te weten komen, maar niet de exacte hoe en wat’s. 542 pagina’s lang meandert Bonita Avenue doorheen idyllische Californische straten, Twentse universiteitsgebouwen, zwartgeblakerde of weggeblazen woonwijken in Enschede, drukke straten van Los Angeles en zelfs Ardense bossen om uiteindelijk alles beetje bij beetje te onthullen.

Op zich is dit verhaal al bijzonder sterk, zij het dat het eigenlijk opgebouwd is met vertrouwde dramatische situaties die zich als een meeslepende film voor de lezer afspelen. Maar de levensechtheid en diepgang waarmee de personages geschetst worden én de piekfijne, gedetailleerde, sprekende schrijfstijl voegen daar twee extra dimensies aan toe, waardoor je helemaal het verhaal ingezogen wordt.

Omdat ik vermoedde dat de bibliotheek me heel lang zou laten wachten op dit boek, heb ik het uitzonderlijk maar zelf gekocht. Het was zijn geld dubbel en dik waard en ik laat zijn halfgouden kaft graag schitteren in mijn boekenkast.