Beste dames,
Doorgaans laat ik iedereen maar zijn zegje doen op deze blog. Hoewel ik hier wel enige vereisten uit naar het soort reacties dat ik graag ontvang, doe ik zelf amper de moeite om te reageren op de reactie van een lezer.
Dat zou ook het geval zijn bij jullie uitgebreide kritiek op mijn blog. Die zou in theorie gewoon blijven staan. Alleen heb ik er twee problemen mee:
1. Het is een anonieme reactie.
2. Tot daaraan toe (jullie hadden er ook Francine, Wendy en Dina kunnen onderzetten), maar ik heb de indruk dat ze ook wat persoonlijk bedoeld is, eerder dan ze enkel over mijn blog gaat.
Die (toch wel wat onsympathiek overkomende) combinatie leidt er toe dat ik besloten heb jullie reactie te verwijderen. Ze is duidelijk aan mij gericht, niet aan mijn publiek. Het is me ook geheel onduidelijk of ze al dan niet ironisch/terechtwijzend/giftig/ondersteunend bedoeld is, en ik neem dus liever geen risico.
Toch ga ik niet zomaar censureren. Daarvoor neem ik mijn blog eigenlijk niet ernstig genoeg. Dat ik dus toch besluit er op te reageren, is omdat ik niet de indruk wil geven dat jullie een teer punt geraakt hebben of de nagel op de kop hebben geslagen. Meer zelfs, ik ben het slechts in zéér beperkte mate eens met jullie kritiek en zal die dan ook graag weerleggen.
Laat ik die weerleggingen wel voorafgaan door de bedenking dat een blogger zijn eigen blog natuurlijk veel beter kent. Ik wil er dus niet vanuit gaan dat jullie alvorens jullie kritiek te formuleren, deze blog grondiger hadden moeten uitpluizen om zeker te zijn van jullie stellingen. Dat zal ik dus niet als argument hanteren.
Eerst en vooral dank voor de complimenten. Ik heb geen pieken in bezoeken vastgesteld, moet ik bekennen, dus de bewering dat jullie de link massaal verspreid hebben, neem ik met een korrel zout.
Jullie vinden dat de originaliteit van mijn blog slinkt. Ik tracht te begrijpen wat jullie bedoelen met ‘originaliteit’. Eerlijk gezegd heb ik nog nooit de indruk gehad dat mijn blog erg origineel is. Ik schrijf maar wat stukjes, net zoals iedere andere blogger. Het stukje Voeden is Opvoeden, dat ik een kleine maand geleden schreef, vond ik zelf best origineel. Mijn Alfabet der Mensen durf ik ook redelijk fris te noemen. Verder kan ik recent weinig originele artikels noemen, maar dat was ook in het verleden het geval meen ik. De kwaliteit van mijn stukjes is dus op zijn slechtst stabiel te noemen.
Jullie stellen ook dat ik vaak verval in eenzijdige kritische uitlatingen zonder opbouwende alternatieven en ik soms ongegronde commentaar geef. Is dit niet altijd zo geweest? Ik schrijf geen verhandelingen of papers, ik hoef de zaak dus niet vanuit diverse standpunten te bekijken. Dat doe ik in het dagelijks leven al genoeg, hier ben ik ongegeneerd zagevent. Ik zou ook kunnen zeggen: ‘ Op mijn blog schrijf ik wat ik wil’, maar dat vind ik zelf een wat ridicule en te makkelijke stelling.
Ik schrijf steeds vaker over schoolse gebeurtenissen en onbeduidende tv-programma’s, merken jullie op. Op dit punt kan ik jullie geen ongelijk geven natuurlijk. Wie de woordwolk rechts bekijkt, stelt hetzelfde vast. Ik zou me kunnen afvragen waar jullie suggesties tot alternatieven zijn, maar ik ga niet moeilijk doen. Toch is dit een kwestie van stating the obvious, iets waar ik me wel eens aan erger. In dit recente (en, al zeg ik het zelf, prettig leesbare) stukje schreef ik immers zelf: ‘ik ben me ervan bewust dat onderwijsperikelen niet het meest interessant leesvoer opleveren, maar het kriebelt gewoon om wat op mijn klavier te tokkelen en dus moet u het stellen met het beschikbaarste onderwerp: één schoolweek.’ Ik sta nu eenmaal voor de klas en ik vind de televisie verder een interessant fenomeen en de maatschappelijke gevolgen van (slechte) tv-programma’s moeten blijven gecounterd worden met onbegrensd gezeur. Voor tv-tips (en bij uitbreiding ook expo-, muziek- en dvd-tips) verwijs ik u graag naar deze blog. Want helaas, dames, kan ik op dit moment geen verslag brengen van mijn tocht door het Amazonewoud, het uitproberen van een revolutionair middel dat mijn voeten laat krimpen, een bezoek aan de boreling van Filip en Matilde, het concert van KT Tunstall met Dana Winner in het voorprogramma, een deelname aan een wedstrijd autobandwerpen (ik begin er behoorlijk goed in te worden!), een ontmoeting met een dakloze miljonair die me in zijn testament heeft gezet of het figureren in een strip van Jommeke. Ik kan u ook geen getuigenis brengen van een spectaculaire overval op de biobakker of biokapper, de onthulling dat ik een cursus parachutespringen volg, een relevante bijdrage aan de discussie over de openingsceremonie of mijn mening over het gebruik van plastic waterflessen. Ik maakte geen lawine mee, werd in de zoo niet bijna verscheurd door een struisvogel en werd door vtm niet gevraagd me aub niet in te schrijven voor hun grote volksquiz omdat ik wegens het lage niveau iedereen naar huis zou spelen. Neen, die dingen zijn me allemaal niet overkomen. Ik schrijf dus over bosklassen en opgesloten juffen, over belachelijke filmproducties en clichébevestigende wijveninitiatieven (toch een scherp bedoeld stukje hoor). Daar zult u het dus moeten mee stellen, dames.
Want jullie zitten er helemaal naast als jullie opperen dat ik schrijf onder druk van de lezers of om een minimum aantal artikels te halen per maand. Geen klachten over bezoekcijfers of reacties. Ik schrijf enkel en alleen – en dat heb ik in het verleden meermaals gesteld – omdat ik zin heb om te schrijven.
Daarna gaat u met uw kritiek regelrecht uit de bocht. U vindt me verbitterd klinken. Ik daag u uit daar voorbeelden van te zoeken. Als ik al wrok zou koesteren, komt die beslist nergens tot uiting omdat ik zulke onderwerpen zou vermijden (Ja, Freddy van de Broeders van Liefde, ooit stel ik mijn wedervaren met u te boek!). Ik klaag nergens over tekortkomingen of frustraties. Ben ik verbitterd enkel en alleen omdat ik weiger me neer te leggen bij de overvloed aan amateurisme en ideeënarmoede die onze samenleving kenmerkt? ‘Jaja, ik zaag’ stelde ik nog in dit treffende stukje. Dat ik een zagevent bent, staat ook boven deze blog en ik verwijs er regelmatig naar. Lijkt me toch iets heel anders dan verbittering. Bovendien krijgt u vaak genoeg stukjes waarin ik met verwondering, bewondering of enthousiasme de wereld om mij heen beschouw, naar mijn mening mooie compensaties van al dat gekanker.
Dan durft u het nog hebben over taalfouten. U vindt het blijkbaar onbehoorlijk dat ik het taalgebruik van allerlei BV’s in het belachelijke trek, maar zelf ook af en toe taalfouten maak. Dat is een scheefgetrokken kritiek.
Enerzijds denk ik dat het aantal taalfouten op deze blog behoorlijk meevalt. Jullie illustreren dit niet met een voorbeeld, om evidente redenen. Doorgaans worden taalfouten immers snel verbeterd, omdat vriendelijke en alerte lezers me er op wijzen. Maar dat gebeurt eigenlijk uitzonderlijk omdat er gewoonweg weinig fouten gemaakt worden. En dan nog wil ik u gerust bekennen dat ik ook wel eens dt-fouten maak – al zijn de regels eigenlijk doodeenvoudig. Ik twijfel er dan ook aan of ik het hier al een keer over het al dan niet schandalig zijn van dt-fouten heb gehad.
De parallel tussen mijn taalfouten (en dus laten we typfouten buiten beschouwing) en het kromme, platte, onprofessionele gezwam van bepaalde BV’s is behoorlijk vergezocht. Voornamelijk omdat het hier enerzijds om schriftelijk en anderzijds om mondeling taalgebruik gaat – wat niet te vergelijken valt. Als ik klaag over het povere taaltje van omhooggevallen BV’s of het meelijwekkende niveau van taalgebruik in soaps, heb ik een punt, want deze mensen worden verondersteld zich in te spannen om fatsoenlijk te spreken. Het is verdorie hun beroep. Ik denk dat ik als niet-professionele blogger zonder opleiding in de journalistiek, gerust mag zeggen dat ik meer dan behoorlijk schrijf. En spreek, mocht u dat niet weten.
U hoopt tenslotte op de terugkeer van de oude SveN. Er is geen oude Sven, er is geen nieuwe Sven, er is alleen maar SveN. Dit onderwerp kan weliswaar uitgespit worden, maar dat doe ik niet met vreemden.
Nu, in alle eerlijkheid dames, ik wil wel iets aanvangen met dat kleine deeltje van uw kritiek dat ik kan begrijpen. Ik ga niet met het lullige ‘als ‘t u nie aanstaat, lees het dan niet’ zwaaien, want dat is een hol en zwak argument. Integendeel, ik wil dat jullie mijn blog wél blijven lezen. Maar dat jullie denken mij – en zeker op zo’n toon – in een bepaalde richting te kunnen sturen, is een vergissing. Ik heb geen marketingplan of mission statement. Ik schrijf gewoon.
Bedankt om me uit te dagen, alleszins, ik voelde me aangescherpt..