De Flanellen Flop

26 02 2009

Enkele dagen geleden werd het volgende persbericht verstuurd:

Kinepolis schekokoflanel1nkt tweede leven aan Koko Flanel

Vanaf morgen 25 februari vertoont Kinepolis Group opnieuw de film Koko Flanel in zijn Antwerpse vestiging, Metropolis. Aanleiding van deze herlancering is de recentelijke onttroning van Koko Flanel (1990, Stijn Coninx) door Loft (2008, Erik Van Looy) als meest bekeken Vlaamse film ooit. Met 1 082 480 bezoekers kraakte Loft op 18 februari 2009 immers het record van 1 082 000 bezoekers dat gedurende 19 jaar op naam stond van Koko Flanel.

Maar de wedren is nog niet afgelopen. Loft draait nog steeds met succes in de Belgische bioscoopzalen, en vanaf morgen onderneemt ook Koko Flanel een moedige poging om zijn eer te verdedigen. Kinepolis wil zijn Vlaamse filmliefhebbers immers de kans bieden om de jarenlange nummer 1 (opnieuw) te ontdekken.

Om de spanning (met een knipoog) op te voeren, zal ook een teller geplaatst worden op de website van Kinepolis. Geïnteresseerden kunnen er een dagelijkse update vinden van het aantal verkochte filmtickets voor beide titels. “Koko Flanel” zal gedurende minimaal 1 week (25 februari – 3 maart) dagelijks om 20.00u op het grote scherm van Metropolis vertoond worden. “

Gisteren al bleek dat de actie allesbehalve een succes is. Urbanus, die vooraf niet op de hoogte was van de herlancering, voorspelde dat er maar een man of acht op de film zou afkomen. En dat is blijkbaar precies het aantal mensen dat in de zaal zat. Dat is ook meer dan aannemelijk. Dat klassiekers wel eens een nieuwe release krijgen, is niet nieuw. Maar wie is bereid 8 euro of meer te betalen voor een film die je niet alleen al gezien hebt, maar die ook regelmatig op tv wordt uitgezonden?

Ik ben niet meer zo geneigd mij te nestelen in de mislukkingen van anderen. Maar dat dit onnozele idee niet aanslaat, vind ik toch minstens een monkellachje waard. Daarmee wil ik niet afdoen aan de amusementswaarde van Koko Flanel. Maar de ene hype volgt niet noodzakelijkerwijs de andere op, beste Kinepolispersmensen. Zelfs met een knipoog niet. Of moeten we echt aannemen dat hier geen naijver mee gemoeid is?

Wie toch zou overwegen Koko Flanel op een groot scherm te bekijken, kan misschien beter even stilstaan bij het feit dat dit momenteel de mooiste bioscoopperiode is in de Vlaamse cinema’s. Op dit ogenblik vallen meer dan 10 zeer sterke films te bekijken (zoals Revolutionary Road, Frost/Nixon, Elève Libre, Valkyrie, Dirty Mind, Slumdog Millionaire, O’Horten, Stella, Unspoken, The Wrestler, Milk, Gran Torino, Doubt en als minst goeie uit het rijtje Benjamin Button) die uw aandacht veel meer waard zijn. Voor Vlaamse kolder kan u anders ook wachten op die nu reeds befaamde film van FC De Kampioenen.





’t es weer gralèk in Oilsjt

20 02 2009

Terwijl mijn oorspronkelijke streekgenoten in grote getale in loodsen aan piepschuimen wagens staan te zwoegen, groteske pruiken passen en op de laatste minuut kostuums samenstellen met lampekappen en netkousen, blijf ik ver weg uit de Aalsterse buurten. Ik heb mijn portie carnaval wel gehad.

Niet dat ik er jarenlang de beest heb uitgehangen  – echt participeren in de zwijnerijen die gepaard gaan met carnaval heeft me nooit wat gezegd, ik hield bij een vorm van observatie – maar ik heb in mijn kindertijd wel geen enkele editie van de Aalsterse carnavalsstoet gemist. Ik heb dus toch enigszins sympathie voor de carnavalziel en heb naast de drank- en kotspartijen ook altijd oog gehad voor de indrukwekkende creativiteit waarmee dit volksfeest gepaard gaat. Niet alleen in technisch opzicht, meer nog  in concept en zelfs taalgebruik, zijn bepaalde uitvoeringen van wagens of kostuums echte pareltjes. Hoe plat het Oilsjters ook, in deze periode van het jaar hoor ik het graag aan.

Wat dat Aalsters betreft, doet niemand mij zo’n plezier als d’ Hiete Gerrekes, een uit heerlijke nonsens bestaand damesgroepje (tegen één van hen mag ik zelfs Aagje zeggen!) dat ieder jaar uitpakt met een vernuftige parodische cover vol aanstekelijke Oilsjters.  Echt waar, bij momenten zelfs even spitsvondig als Monthy Python.

Dit jaar staat Facebook centraal in het nummer en werd er voor een lollig filmpje gezorgd.

Ik moet wel toegeven dat ik twee nummers van vorige jaren nét iets sterker vond. Filmpjes zijn er blijkbaar niet van te vinden en een geluidsbestand op deze blog zetten kan ik ict-gewijs nog niet aan, maar wie geïnteresseerd is, kan hier eens klikken:

Wa ne zjiever en nog grappiger: Bachelor

Voor de een is tien dagen cinema het summum, een ander vindt vier dagen feesten met een bontjas aan het hoogtepunt van het jaar; dat iedereen zich maar op zijn manier amuseert. Veel plezier, Oilsjteneirs en aanverwante feestvarkens.





Even knorren

19 02 2009

Nu ik weer volop van goeie boeken geniet, overviel me onlangs de drang één van mijn favoriete boeken, Bankvlees, te herlezen. Helaas, mijn exemplaar staat niet meer in de boekenkast en ik heb geen idee aan wie ik het uitgeleend heb.

Het moet al lang geleden uitgeleend zijn, want ik mis het toch al maanden. Ik noteer vrij vaak wie wat leent, maar dan vooral wat dvd’s betreft. Nu noteerde ik dus niét. Ik heb weinig boeken, leen ze dus ook nauwelijks uit en lig er dus des te sneller van wakker wanneer er eentje vermist is.

Ik kan daar eens om zuchten, maar ik zit zo niet in elkaar. Ik trek me dat aan en laat er slaap voor. Tracht mijn uitleengedrag te reconstrueren. Maak me héél erg boos op al die leners die maar lenen en lenen zonder mij er eens aan te herinneren dat ze iets van me hebben of een seintje te geven dat ze er nog niet aan begonnen zijn en of ik dus nog even geduld heb. Geduld heb ik in overschot, maar ik wil dan wel weten voor wie.

Ik wil mijn Bankvlees terug. En nu we er toch over begonnen zijn: ook de films Mean Creek, Inside Man, Adaptation, Fear & Loathing in Las Vegas en Where the Truth Lies, stilaan allemaal zowat langer dan een jaar vermist. Aan verschillende mensen uitgeleend.

Ik zou er wantrouwig durven vanuit gaan dat Boris nog over één van de verdwenen objecten beschikt en ik vrees dat ik in dat geval nog veel humeuriger wordt want dan moet ik er zeker nog tot juni op wachten. Maar eigenlijk verdenk ik anderen.

Ja, mijn irritatiedrempel was laag vandaag dus beschouw dit beslist als een knorrig bericht.





Wat hebben we vandaag geleerd?

18 02 2009

Pedagogische studiedag rond muzische vorming (beter bekend als plastische opvoeding):

Zeg niet:

‘Zet er een prentjen bij, da vinden de kinderen plezant’,

maar wel:

 ‘voeg er een visuele prikkel aan toe, dat stimuleert het divergent denken’.

Geslaagde dag alleszins.





Herinnering aan een leerling (3)

17 02 2009

Zo eens om de paar jaar – en in mijn geval betekent dat toch al één keer in mijn bijna zeven jaar durende onderwijsloopbaan – kom je een kind tegen dat je met verstomming slaat. En niet in positieve zin, helaas. Een leerkracht is ook maar een mens en hoewel empathie echt wel het allerbelangrijkste sleutelwoord is, was er een moment aan het begin van mijn bestaan als leerkracht dat ik een kind echt niet kon vatten. En ook liever niet wou vatten.

Ik begon op deze eenvoudige school, met ongecompliceerde mensen en toestanden. Joris (fictieve naam) viel eerst en vooral op door zijn fysiek. Hij was een jaar ouder dan andere zesdeklassers en ook een stuk groter. Hij was ook niet bepaald slank. Stel u daar absoluut geen stoere, puberende rebel bij voor met humeurwisselingen. Joris was een mak lammetje, door oma in veel te brave, ouderwetse kleren gewurmd. Een bril erbij die hem het uiterlijk van een vijftigjarige gaf. Mensen van buiten de school die om wat voor reden dan ook de klas bezochten, schrokken steeds van Joris’ aanwezigheid. ‘Zit hij op leeftijd?’ klonk het dan steevast. Maar ze bedoelden: wie is dat bejaarde mannetje daar? Joris’ reusachtigheid veroordeelde hem ook tot een levenslang achteraan zitten, want hij blokkeerde steevast iemand’s zicht. Hij werd niet gepest, hij was eerder een curiositeit voor wie hem niet kende. Voor de anderen was hij doorgaans lucht.

Nu was noch Joris lichaamsbouw, noch zijn wat gedateerde voorkomen een echt probleem. De jongen had immers nog wat andere onoverkomelijkheden. Zijn schoolprestaties waren op zijn minst erbarmelijk te noemen. Soit, dat gebeurt nu eenmaal en de theorie van de meervoudige intelligentie was me geheel onbekend. Zorgen voor het welbevinden en stimuleren om zijn best te doen, dat was wat ik deed.

Joris leek daar allemaal positief tegenover te staan. Iedere dag weer leek hij zich voor te nemen ongelooflijk zijn best te willen doen. Vriendelijk was hij, hulpvaardig, schijnbaar zeer actief deelnemend aan de lessen en de meest enthousiaste voornemens makend. Schijnbaar is daarbij een belangrijk woord. Want na een paar weken stelde ik vast dat Joris eigenlijk helemaal niets deed. Hij leek enkel te bestaan uit loze beloften, zelfbedrog en een onwaarschijnlijk onvermogen tot inzicht in zijn eigen kunnen. Huiswerk maakte hij niet of nauwelijks, alles werd vergeten en raakte verloren. Zo vroeg Joris na elke, steevast miserabele toets: ‘En, meester, had ik een goede toets?’. Het leek nooit tot Joris door te dringen dat je daarvoor ook je boek moest open doen en dat zijn prestaties dus eigenlijk ondermaats waren. Een masker, een trauma, zwakzinnig?  

Ik kan aannemen dat u dit allemaal een beetje zielig vind. Dat was het ook, hoor. Het wordt zelfs nog tragischer. Maar iedere dag werd ik geconfronteerd met wat ik op den duur als echte onzin ging beschouwen. Verklaringen en voornemens die allemaal nergens op sloegen. Raszuivere leugens ook, waarvan je je afvroeg of Joris die nu zelf ook geloofde. Wat er ook van zij, ik begon Joris jammer genoeg als een last te beschouwen, o onwetende beginner als ik was. Ik trachtte hem vaak te ontwijken – op de speelplaats kwam Joris graag wat tegen de meester kletsen – en toonde steeds minder interesse in zijn verhalen en vele anekdotes die allemaal nergens op sloegen. Bij momenten negeerde ik Joris zelfs, zo zenuwslopend kon zijn aanwezigheid zijn.

enschedeEen relaas dat regelmatig terugkwam was de beschrijving van een iets waar hij zich in het weekend mee bezig hield: de verbouwing van het huis van de oma van zijn vriend. Met weinig precisie beschreef Joris dan de installatie van een badkamer of het isoleren van een dak. Waar we een lichtpuntje begonnen te vermoeden – de jongen moest iéts met zijn toekomst doen – bleek echter niets vatbaar te zitten. De verhalen werden immers absurder en je kon op den duur met zekerheid zeggen dat er niets van waar was. Toen gebeurde in Enschede in Nederland die befaamde vuurwerkramp (dit was in 2000). Joris kwam ’s anderendaags half lachend (hij vergat teleurstelling uit te beelden) melden dat dit toch wel zonde was van al dat werk in dat huis van die oma, want ze woonde toch wel in Enschede zeker, en nu was haar huis ontploft. Ik trachtte me heel serieus te houden.

Collega’s en directie bekeken Joris met een combinatie van katholieke meelevendheid en routineuze afschuw. Joris liep al jaren en jaren rond op school en iedereen zag intussen de hopeloosheid van deze jongen in. Een diagnose leek er nooit gesteld te zijn, iets wat me nu (in mijn school) onvoorstelbaar lijkt. De ouders zag ik nooit. Geen oudercontacten, geen boodschappen. Ik vernam wel dat Joris’ moeder niet meer aanwezig was in het gezin, ze had hen verlaten. Er waren de vader, enkele oudere broers en zussen en een oma. Ik maakte me wijs dat er dan gelukkig toch heel wat mensen waren die voor Joris konden zorgen, zelfs al toonden ze geen enkele interesse in zijn schoolprestaties. Tot Joris zijn plechtige communie deed. Er was een herinneringsprentje voor de leerkracht dat me meteen aan een rouwkaartje deed denken. Het trots overhandigde, oubollige ding en de foto’s van het feest die ik te zien kreeg, sloegen me enigszins met verstomming. Ik zag een handvol familieleden plichtmatig aan tafel zitten rond een taart, mensen bij wie de tijd stil stond en in wiens doffe blikken geen sprankel leven zat. Hoe kon ik denken dat in die omgeving van enige ‘zorg’ sprake was? Een afgestompte familie waar knelpunten onbespreekbaar waren.

Ik heb op veel momenten geklaagd over en gelachen om de , tja… idiotie die Joris vaak etaleerde. Zonder de onderliggende tragiek te negeren hoor, ik had het met hem te doen, maar ik was alle objectiviteit al lang kwijt na maandenlang geconfronteerd te zijn met de beschadigingen die dit kind ergens in zijn leven had opgelopen. Ik was ook nog erg jong en had lang niet het inzicht in wat het betekent een opvoeder te zijn. Toch knaagt het niet nu, daar moet ik eerlijk in zijn. Ik was wie ik toen was en anderen, misschien wel in de eerste plaats de vader van Joris, hadden betrokkenheid moeten tonen en initiatief nemen. De context is anderzijds nooit helder geweest en dus is een correct oordeel vormen over de hele situatie al even moeilijk, zowel door mezelf als door u, de lezer van dit stukje.

Joris is intussen 21. Hij behaalde geen diploma van het lager onderwijs en zal dus naar het beroepsonderwijs gegaan zijn. Ik stel me daar zeker geen dramatisch bestaan bij voor: intelligentie en geluk of maatschappelijke aanvaarding staan los van elkaar. En er zal toch wel een zeker inzicht gekomen zijn naar inzet en zelfkritiek? Maar dat maakt niet weg dat Joris er een jeugd als een soort schertsfiguur heeft opzitten. Ik kijk daar, zoals al blijkt, eerder neutraal op terug, maar niettemin heeft Joris een prominente plaats in mijn geheugen gekregen.

Lees ook de andere  herinneringen





De door marketeers voorspelde consumptiedrift

15 02 2009

Ik baan me een weg doorheen stapels gratis boeken, cd’s en dvd’s én en plus een massa zaterdagvooravondvolk, binnensmonds vloekend want zo formidabel lijkt de actie ‘3 + 1 gratis’, die de welbekende keten voert, nu ook weer niet. Ik vind wel moeiteloos 2 zaken die ik sowieso zou kopen, maar er moet nog een derde en een vierde bij en je voelt dat je toegevingen doet die de marketeers voorspeld hebben: dingen kopen die je eigenlijk niet wil. Of die je wel wil, maar niet zou kopen als er geen actie was.

Het probleem van de actie is dat het (aannemelijk) de goedkoopste van je 4 aankopen is die gratis is. Ik zie wel dvd’s die ik wil, maar die zijn dan weer zo goedkoop dat ik er niet het gewenste voordeel uithaal. Ik pikte er al Little Britain Abroad uit, voor 12,5 euro en lager dan die prijs wil ik niet gaan. Leuke films van minder dan 10 euro laat ik dus liggen. Ik tref ook Before the Devil Knows You’re Dead aan, een grandioze film die echter wel 22 euro kost. Zo duur koop ik mijn dvd’s zelden. Maar de hete adem van de actie is al te voelen, dus ik geef toe. Bij de actieartikelen lijken verder geen films te horen die ik wil (The Darjeeling Limited schreeuwt om een aankoop, maar hij kost echt nog te veel – binnen enkele maanden gegarandeerd voor minder dan 10 euro), dus worden het boeken. Het 5e seizoen van The Wire verleidt me nog bijna, maar 61 euro is nog te veel voor deze formidabele serie. Op ebay vind je ze binnen enkele maanden voor minder dan de helft. Ik heb geduld.

gronda2Ik lees veel maar koop zelden boeken. Nu zie ik toch Paul Baeten Gronda  ’s Nemen wij dan samen afscheid van de liefde liggen, waar ik wel al wat van gehoord heb. Zijn columns zeggen me niet veel, maar even bladeren en ik stel meteen vast dat ik de stijl zeker zal kunnen smaken. Maar nu dat vierde artikel vinden? Het sluitingsuur nadert, zo wordt ons meegedeeld. Ik begin te zweten. Ik weiger resoluut zomaar wat mee te nemen enkel en alleen omdat ik dan ééntje niet hoef te betalen. Ik weeg in razendsnel tempo af. Te duur. Te onnozel. Te saai. Niets voor mij. Wat een half uur geleden nog een droom voor elke boekenfan leek, is nu afgebrokkeld tot een beproeving. Mijn oog valt gelukkig nog op een roman van Paul Auster, van wie ik al veel graag gelezen heb. Die zal het worden.

Tijdens het wachten aan de kassa denk ik met een zweempje weemoed terug aan iets wat zich in mijn kindertijd vaak voordeed. Met de ouders naar de GB, waar ik dan graag gedropt werd tussen de strips, die je daar mocht zitten lezen, ook als je ze niet wou kopen. Terwijl de boodschappen gedaan werden, verslond ik een strip of 5. Toch enigszins bizar was dat. Er zaten ook andere kinderen (Boris soms ook) en het personeel zei er nooits iets van. Een zeldzame keer stond er zo een soort rijdend opstapje dat winkelbediendes gebruiken (heeft dit een naam?) en dat was dan een gegeerd zitje. Maar het heeft opgebracht hoor, heren uitgevers, al dat gratis lezen. Nu ben ik immers een des te fanatiekere striplezer en – consument.

Ik pikte ook nog twee dingen mee die niet tot de actie behoren. De Kauwgomdief van Douglas Coupland staat al een half jaar op mijn verlanglijstje. Niet alleen ben ik verzot op zijn boeken, de roman is ook schitterend vormgegeven, in een box waarbij je zelfs een tweede boek bij krijgt (De handschoenvijver, geschreven door het fictieve hoofdpersonage van De Kauwgomdief). Die kost weliswaar 25 euro – tja, boeken zijn duur – maar dat wist ik vooraf en ik was ook gekomen om dit boek te kopen, een traktatie voor mezelf. Gezien de jubelende recensies zal dit trouwens geen miskoop zijn. Ook de prachtfilm The Three Burials of Melquiades Estrada wilde ik al lang en kan ik voor amper 8 euro niet laten liggen. 

Een snelle berekening terwijl ik in de ellenlange rij sta, leert me dat ik ondanks de actie en mijn voornemen slechts dat ene boek te kopen, toch over de 90 euro zal zitten. Een bedrag waar veel mensen nuttigere dingen mee kunnen doen maar daar moet het nu gelukkig niet over gaan.

Toch nog een meevaller. De winkelbediende kiest de verkeerde dvd als de goedkoopste, waardoor mijn rekening dan toch maar 80 euro bedraagt. Mij hebben ze dus niet liggen gehad, die marketingjongens!  





Waarover ik niet geblogd heb

10 02 2009

Er ging geen definiërend moment aan vooraf, maar ik heb zo het gevoel dat mijn blogpauze over is – het was sowieso al een enigszins halfslachtige pauze.

Ik had het gewoon wat druk, de laatste weken. Niet erg, enerzijds. Achter bloggen kan bij momenten een zekere druk zitten. Jammer anderzijds, want ik had eigenlijk best wel wat willen schrijven.

Over het drama in Dendermonde misschien? Ik waag me niet aan zuiver beklag. Ik ga geen slachtoffers bewenen. Ik denk ook niet te kunnen oordelen over de dader, zijn familie, zijn motieven. Ik spreek me niet uit over wraak of straf. Maar ik kreeg wel héél snel genoeg van de manier waarop de media het nieuws behandelden. Heel wat kranten en alle tv-journaals putten zich uit in het uitmelken van de dramatiek. Vergezochte getuigen en het onkies focussen op emoties. Ouders die hun kind verloren aangeslagen op de voorpagina, op grote foto’s. (“Zij verloren hun kind”). Een soort van ‘show’ op VTM met getuigen en specialisten, omringd door publiek. Povere pogingen tot de opbouw van een ernstig imago inzake berichtgeving. Voor Het Laatste Nieuws geldt zelfs die zielige ambitie niet eens meer. Maar genoeg daarover.

stats2Over de onwaarschijnlijke bezoekcijfers van mijn blog dan?. Dankzij die blonde uit Van Vlees en Bloed, die men zo graag zonder kleren wil zien. Dan blogt een mens net wat minder, krijg je recordaantallen hits.

Over televisie natuurlijk. De kracht van Van Vlees en Bloed. De schoonheid van De Smaak van De Keyser. De lulkoek waarmee het nochthans nog steeds entertainende programma De Slimste Mens ter Wereld gevuld werd. De vragenmakers gaan het steeds meer zoeken bij het platvloerse en sensationele. De finale die ging tussen een politicus met te weinig ernst en een nieuwslezer met te veel ernst. De clownerieën van Torfs vormen verder een nieuw dieptepunt. Afvoeren die man. Intussen viert VTM zijn 20-jarige bestaan. 20 jaar kul. Man Bijt Hond voerde enkele VTM-fans op die niet beter getypeerd konden worden. Jan Verheyen liet zich desondanks overal grote uitspraken ontvallen; het vallen van het ijzeren gordijn had er niets bij.

Over mijn collega’s misschien, een groep heerlijke mensen met in de kern zelfs heel wat dierbaren. Over het feestboek, daar op de Freixenetschool. Over de aard van de conversaties in de leraarskamer.

Over al die baby’s die ik bezoek. Maria-Dolores. Berend. Staf. Allemaal schoon en braaf, hun ouders gloeien van geluk.

Over mijn leerlingen ook. Die stellen het wel, uiteraard. Een Australisch meisje vervoegde ons. Taalbarrières verbrokkelen onder Kinderengels. Joe aur naais en wat is jaur neem. Het sociale proces is boeiend om te zien. Eerst leggen enkele initiatiefnemers beslag op de nieuweling. Daarna wagen de schuchteren hun kans, met meer succes. En dan is er romantiek en liefdesverdriet. Ouders moeten me dat vertellen, een meester merkt daar allemaal niets van, ze lijden in stilte. Die houdt van die maar die is op die. Die weet van niets maar het wordt hem wel kwalijk genomen. Tragisch, vanuit hun perspectief.

Over Boris die zich in Liechtenstein helemaal geeft. Geen slaap, geen ontspanning. Er is enkel de weg naar school en terug. Hoe hou je dat vol? Maar zijn ‘rapport’ slaat ons wel met verstomming. Ooit gaat dat fortuin en faam opleveren, Boris!

Over goeie films (Revolutionary Road, Frost/Nixon), leuke films (Dirty Mind), aanvaardbare maar ietwat teleurstellende films (Valkyrie) en oersaaie films die je ijskoud onverschillig laten (The Curious Case of Benjamin Button).  

Maar goed, over al die zaken heb ik dus niet geblogd. We zien wel wat zich nog aandient ter inspiratie.





Lectuurtip: De Heining

9 02 2009

heining1Met veel enthousiasme vatte ik De Heining aan, een nieuw verhaal van één van mijn favoriete auteurs, Jan Van Loy, wiens Bankvlees ik nog steeds van harte aanbeveel (en ik vraag me af aan wie ik mijn exemplaar uitleende) en ook opvolger Alfa Amerika is groots te noemen.

De grootste teleurstelling aan de moderne fabel De Heining is dat hij zo snel uit is. In amper 157 pagina’s maken we kennis met een jong koppel dat verhuist van een appartement in de stad naar een villa in een omheinde en bewaakte wijk. Veilig voor de buitenwereld maar niet beseffend dat het gevaar evengoed binnenin kan zitten. Dit actuele thema gaat in op de alom heersende angst die de mens koestert voor zijn soortgenoten. In één ruk lees je dit vrij eenvoudige, maar raak geschreven verhaal uit. Van Loy vertelt zonder franje maar met des te meer effect, en de situaties en dialogen zijn zo uit het leven gegrepen zonder clichématig te zijn.

Op zich zou je kunnen stellen dat dit een wat onopvallende roman is, die ook net iets minder indruk maakt dan de twee vorige werken van Van Loy. Maar elke boekenfreak herkent dat pure genot en de onmogelijkheid om een boek neer te leggen, en dat volstaat voor mij om dit boek een aanrader te noemen. Drie weken ploeter ik al door geestige en knap beschreven De Neus van Edward Trencom, om dan even tussendoor op één nacht De Heining uit te lezen en het verschil dus duidelijk voor mezelf geïllustreerd te zien. Méér van dat, Meneer Van Loy!

(hier een goeie recensie)





Gepamper: Staf

4 02 2009

Ik heb de ideale blog gecreëerd: je hoeft er nooit wat op te zetten en toch lok je bezoekers. En geen beetje zelfs, met dank aan de vorige post. De afgelopen dagen swingen mijn bezoekcijfers de pan uit, zelfs al komen er geen nieuwe schrijfsels bij. Curieus.

stafMaar af en toe vindt er toch zo’n gebeurtenis plaats die absoluut het vermelden waard is en waarvoor ik dus even de blogpauze onderbreek. En dit keer is dat, toch wel een aantal dagen later dan voorzien, de geboorte van Staf, de eerste zoon van twee lieve mensen uit Haaltert: Bart en Thalia. Als de kleine Staf naar zijn ouders aardt, is het afwachten wat hij eerst zal doen: zingen of het uitleggen. Proficiat alleszins aan de hele familie!