Principieel heb ik nooit de stap gezet me in te schrijven voor een VTM-programma. Wanneer echter een ander dat voor jou doet, zonder je medeweten, blijken competitiedrang, nieuwsgierigheid, hebzucht en mediageilheid zo sterk, dat ik me vandaag dan toch naar de preselecties begaf van het programma 1&70, de VTM-quiz met Koen Wauters die de concurrentie met Blokken moet aangaan. Het werd een haast hallucinante ervaring die net niet mijn persoonlijke hel evenaarde…
Het begon al bij aanvang, toen bleek dat de opgedaagde kandidaten een heel ander profiel hadden dan de doorsnee quizer of kandidaat bij preselecties van VRT-programma’s. Ik ga me niet wagen aan een uiterlijke beschrijving van de typische VTM’er, maar laat ons zeggen dat sommigen in een dronken bui de kringloopwinkel geplunderd leken te hebben of zich voor de gelegenheid in dat ene fatsoenlijke hemd hadden gewurmd – hoewel fatsoenlijk een zeer rekbaar begrip bleek te zijn. Tijdens het wachten manifesteerde zich dan weer een zeer typisch fenomeen onder dit soort mensen: ze beginnen elkaar hun leven te vertellen, liefst zo luid mogelijk en met nadruk op de miserie – die dan weer zo nonchalant mogelijk moet verkondigd worden, want men wil vooral niet de indruk geven medelijden te willen. Eén dame in rolstoel liet zich in een behoorlijk irritant accent opmerken door ongelooflijke kul te verkopen over de toegankelijkheid voor rolstoelen in Blankenbergse tavernes. Een andere overrijpe dame liet zich niet onbetuigd. Zij zorgde voor haar 95-jarige, bedlegerige moeder en moest dus qua dapperheid/zieligheid niet onderdoen voor de rolstoelgebruikster. Tussendoor beschreef ze ook nog een keer haar 32-jarige carrière als bankbediende, wat nu ook weer niet zo veel tijd in beslag nam aangezien ze 30 jaar ervan achter het loket had gezeten. Het viel me bij de uitwisselingen van levensverlopen vooral op dat deze mensen liefst zoveel mogelijk vertellen zonder daarbij naar een ander te willen luisteren. Elk dramatisch voorval werd dus steeds snel gecounterd met een heel andere tegenslag zonder dat er ergens werd op ingegaan. Ik bedacht intussen allerlei ideeën om de rolstoelgebruikster op wrede wijze het zwijgen op te leggen en vroeg me toen al voor de zoveelste keer die dag af wat ik tussen deze mensen te zoeken had…
Een andere dame, die zich al snel als een volbloed VTM-kijkster opwierp en gretig met haar Dag Allemaal zwaaide, sprak intussen een lezer van Het Nieuwsblad aan. Of hij voor haar het zegeltje waarmee je voor een gratis radiootje van Spring kon sparen, wilde uitknippen? Dat was al meer dan ik wilde weten. Een ander vrouwmens van laag allooi, verklaarde voor wie het horen wilde, dat Koen Wauters zelf niet aanwezig zou zijn op deze preselectie. Ze bracht deze boodschap met de stelligheid dat ze daarmee ons aller verwachting tegensprak, een collectieve ontgoocheling losmaakte en bovendien verdiende beloond te worden voor haar intelligentie. De ernstige blik die ik haar toewierp sprak eigenlijk: ‘Moge u ter plekke doodvallen’.
Maar toen begon de nachtmerrie pas echt. Alle 75 kandidaat-deelnemers werden binnen geloodst in een zaaltje. Een blond secreet dat wellicht pas was afgestudeerd in één of andere mediagerelateerde opleiding, begon ons op de meest paternalistische, denigrerende en simpelweg boerse wijze toe te spreken. Ik dacht deze uitermate onsympathieke bitch het voordeel van de twijfel te geven – misschien kreeg men bij VTM de opdracht de mensen ‘volks’ (lees: ‘kinds’) te behandelen – maar stilaan bleek dat dit wicht simpelweg de fundamenten der beleefdheid en vriendelijkheid ontbeerde. Zo kreeg een dame die net te laat binnenkwam er meteen flink van langs, met sardonische opmerkingen waarmee het secreet trachtte te scoren bij de groep. Vervolgens werd ons toegeblaft dat de gsm’s uitgeschakeld dienden te worden. Daar volgde de alweer grappig bedoelde opmerking op: ‘Anders pakken wij uwe gsm af, dan verkopen wij dienen en op ’t einde van ’t jaar gaan we daar bij de VTM mee op skireis!’ Daarna kregen we een dictatoriaal gebrachte speech (waarin ook de woorden ‘kut’ en ‘godverdoeme’ vielen) over hoe de opnames van het programma verliepen. De verwaandheid nam alleen maar toe, en ik begon echt te geloven dat deze dame meende dat haar publiek uit debielen bestond.
Toen dit eindelijk achter de rug was, mochten er vragen gesteld worden. Niemand had er – of niemand durfde vragen te stellen – behalve de zich intussen flink interessant voelende invalide van daarnet. Zij vroeg zich af – na aangehoord te hebben wat voor kledij je beter niet draagt op televisie – of een zwart hemd met een gekleurde draak er op, wel kon. De beschrijving van het hemd nam wat tijd in beslag, maar uiteindelijk werd de zaak afgesloten. Waarna de dame ten overstaan van de ongeduldige wordende massa, nog een vraag had – of een hemd met ‘Mercedes’ er op, kon? – die al even kordaat beantwoord werd. Ik bedacht intussen nog een honderdtal andere plannen om deze ongetwijfeld doodbrave, maar o zo ergerlijke vrouw om te brengen.
Wat hield de selectieproef in? Werd ene Meus Jenny geselecteerd? Waren er nog meer zielige verhalen? Vonden twee oude schoolvriendinnen elkaar terug? Overleeft de rolstoelgebruikster deze dag? En werd SveN gekozen? Lees hier het vervolg.