In Memoriam: Carine

30 03 2012

Trouwe lezers van deze blog merken wellicht al een tijd dat er niet veel nieuws te vertellen valt. Goed nieuws alleszins een stuk minder dan slecht nieuws. Ik volg het vorige rouwbericht helaas op met alweer een betuiging van droefheid om de dood van iemand die ik zeer gewaardeerd heb.

Ik werk intussen al enkele jaren in het Freinetonderwijs en heb van bij het begin kennis gemaakt met een harde kern van leerkrachten die de visie van Freinet wil uitdiepen en in ere houden. Eén van die mensen was Carine Dick, die ik aanvankelijk leerde kennen als een wat stug en streng persoon. Ze had al heel wat jaren ervaring – ook in het beroepsonderwijs – en ik voelde me als beginneling wat geïntimideerd door haar vastbesloten manier van doen. Als Carine ergens haar visie toelichtte over Freinetonderwijs, luisterde je.

Later pas ontdekte ik dat Carine eigenlijk op mijn school had gewerkt. Twee jaar nadat ze er was weggegaan, ben ik er komen werken. We hadden dus heel wat gemeenschappelijke collega’s. We kwamen elkaar echter vooral tegen op bijeenkomsten en bijscholingen en ik leerde haar verder kennen als een kritisch iemand die zich graag in pedagogische theorieën verdiepte, zodat ze wist waarover ze het had. In de praktijk was ze echter vooral een doener en een no-nonsens persoon. Werd er ergens gepalaverd of een vergadering opgezet die amper effect had, dan kreeg ze de kriebels. Dan had ze een sigaretje nodig.

Een iets betere indruk kreeg ik toen Carine een korte voorstelling bracht rond het bijwonen van een internationaal Freinetcongres in Mexico. Ze beschreef hoe ze daar als enige Vlaamse haar plan trok en contacten legde – ze sprak o.a. zéér vlot Frans – en dat getuigde voor mij vooral van een grote interesse in haar vak en een enorme gedrevenheid.En reizen deed ze ook graag.

Intussen hadden onze scholen nu en dan al eens samengewerkt en had ik Carine op de vele bijeenkomsten al beter leren kennen. In 2009 maakten we beiden deel uit van een groep Vlaamse leerkrachten die in Straatsburg een meerdaags Freinetcongres bijwoonde. Het was een fijne reis, een zinvol congres en hoewel Carine zich naar mijn indruk niet per se bij de groep wilde ophouden – ze kende er ook zo veel mensen – werd onze omgang steeds makkelijker. Carine bleek niet alleen een ervaringsdeskundige met een duidelijke visie te zijn, maar ook een gezellige, wijze vrouw met wie je makkelijk een pint kon drinken. Haar hese lach klonk op die momenten wat meer dan op al die workshops en bijeenkomsten. Hoe meer ‘georganiseerd’ en ‘opgelegd’ zoiets was immers, hoe minder Carine er zin in leek te hebben.

In 2010 schreef ik me in voor een opleiding, waarvan Carine één van de begeleiders bleek te zijn. Op die manier zag ik mijn indrukken vaak bevestigd. Carine hield niet van poespas, was recht-door-zee en liet zich vaak sceptisch uit over gevestigde normen en weinig in vraag gestelde onderwerpen. Haar ervaring met minder makkelijke leerlingen en enkele jaren in het beroepsonderwijs hadden haar visie op natuurlijk en functioneel leren aangescherpt. Vaak bleven haar opmerkingen na een weekendje opleiding door mijn hoofd spoken. Over de zinloosheid van huiswerk en het absurde van rapporten. Over directeurs en inspecties. Ik hield van die kritiek. Omdat het aansloot bij mijn weerstand tegenover traditioneel onderwijs of scholen zonder visie, maar vooral omdat het constructief werkte tegenover mijn eigen visie. Carine gaf niet zomaar kritiek, ze gooide je een kluif toe waar je nog lang kon op sabbelen.

Je mocht Carine na een opleidingsdag of vergadering altijd meevragen naar een terras of toog. Of eigenlijk omgekeerd: Carine vroeg ons mee. Ze was onderhoudend gezelschap, al voelde ik me soms te braaf of net te grootsprakerig in haar bijzijn. Carine zette je met je voeten op de grond en draaide niet om de pot. Toch kreeg ik de indruk dat ze me kon hebben. Ik zwol van trots toen één van mijn collega’s die bij haar op de koffie was geweest, me vertelde wat Carine over me had gezegd. Carine kende ook veel mensen en plaatste me haast eigenhandig voor de camera van een Franse doctoraatstudente met wie ze bevriend was, om mijn zegje te doen over Freinetonderwijs. Wat er dan weer toe leidde dat ik vorige zomer op weer een ander buitenlands congres zelf assisteerde bij een workshop, in mijn beste schoolFrans. Een beproeving, maar nadien een overwinning.

Begin 2011 verliet Carine haar school om deel te gaan uitmaken van de pedagogische begeleiding van de stad Gent. Ik vond dat een prachtige zet, gezien het gebrek aan daadkrachtige mensen of Freinetwerkers daar. Na amper 5 maand dwong Carine’s lichaam haar thuis te blijven. Ze is niet meer teruggekeerd.

Toen ik het nieuws van haar ziekte hoorde, was ik daar eigenlijk veel meer van overstuur dan van haar overlijden nu, al was dat al bij al onverwacht. Ik heb Carine nadien twee keer gezien, één keer kort toevallig en één keer toen ze ons op de opleiding een bezoek bracht. Hoewel de dokters geen goede vooruitzichten stelden, was Carine opgewekt en energiek en ik hoopte met haar dat het nog héél, héél lang mocht duren.

Ik ben vrij zeker dat Carine van groot belang is geweest in mijn nog steeds evoluerende visie op onderwijs, op mijn eigen klaspraktijk en op mijn manier van reageren op al die zaken in het onderwijs die ik maar niets vind. Ik had graag gehad dat ze nog jaren en jaren had aanwezig kunnen zijn, als inspiratiebron, als voorbeeld en als collega.





In Memoriam: Mevrouw Betty

25 03 2012

Meer dan tien jaar geleden betrad ik voor het eerst de arbeidsmarkt. Ik vatte, onverwacht eigenlijk, mijn eerste interim aan in een schooltje in Aaigem, Dat zou slechts voor een week of zo zijn. Ik kreeg echter al meteen bezoek van Z.E.H. Hutchinson, een afgevaardigde van de inrichtende macht die eens kwam kijken hoe ik het stelde. Een dag eerder was ik net gebeld door een school in het onooglijke Deftinge, een gehuchtje bij Geraardsbergen. Daar werd een interim leerkracht gezocht. Toen Broeder/Pater/Pastoor Hutchinson dit vernam, zei hij: ‘och ja, dat schooltje wordt geleid door een madammeken dat haar best doet, maar er is nog veel werk aan de winkel’.

De daaropvolgende zaterdag belde dat madammeken. Ze was blij dat ik hun team kwam vervoegen en vroeg zich af of ik al even kon langskomen. Ik moest haar teleurstellen. Ik had geen vervoer en woonde best ver van Deftinge. Dat vond ze geen probleem, ze was bereid me meteen op te komen halen. Een uurtje later maakte ik kennis met Mevrouw Betty, zoals ze werd genoemd. Ze was pas halverwege de dertig en maakte meteen een zeer gedreven en sympathieke indruk.

Op enkele uurtjes tijd stoomde ze me klaar om in Deftinge het zesde leerjaar over te nemen. Eerst voor een maand, maar dat zou uiteindelijk een heel schooljaar worden. Mijn eerste werkdag viel twee dagen na mijn verjaardag en Mevrouw Betty bracht me al meteen een geschenkje om me welkom te heten. Ik dacht aanvankelijk vaak terug aan de woorden van bisschop/kardinaal/paus Hutchinson, maar moest zeer snel vaststellen dat hij er compleet naast zat. Ik was iedere dag weer onder de indruk van het leiderschap van Mevrouw Betty Goossens. Hoewel ze jong was, jonger zelfs dan heel wat teamleden, wist ze zeer goed wat ze deed en wat ze wou. Ik vond dat de school prima geleid werd, al was het dan een kleinschalige, klassieke school met een weinig eisend publiek. Ze werd daarvoor steeds met veel respect behandeld en als ik me dat goed herinner vond iedereen haar een prima directrice

Mevrouw Betty was ook een kei in communiceren. Ik werd al beginnende leerkracht zeer goed begeleid en de functioneringsgesprekken die we hadden, waren zinvol en verliepen met veel respect. Als ik fouten maakte of Mevrouw Betty had ergens bedenkingen bij, werd me dat altijd respectvol en correct gemeld. Ik vond het een hele geruststelling onder zo’n directrice te mogen werken en heb ontzettend veel geleerd van haar (en al die andere gedreven leerkrachten daar).

In juni 2001 nam ik afscheid van de school en van Mevrouw Betty. Ik vernam later dat ze moeder werd, en vervolgens dat ze ziek werd. Een tiental dagen geleden is ze overleden. Ze was 48.

In occasionele confrontaties met mijn directeur of bij bedenking over mijn eventuele eigen plannen om ooit directeur te worden, denk ik onvermijdelijk terug aan die enkele voorbeelden die ik gekend heb. Mevrouw Betty was er zonder twijfel één van en het spijt me dan ook heel erg te horen dat ze er niet meer is. Als het iemand een troost kan wezen, wil ik gerust stellen dat ik haar alleszins nooit zal vergeten.





Zes jaar al

14 03 2012

Hij wordt steeds meer verleden.

Zes jaar zonder Jelle.

Afbeelding

 





R.I.P: Jim Henson (1936-1990)

17 05 2010

Alweer twintig (!) jaar geleden dat mijn jeugdidool Jim Henson overleed. Onverwacht, véél te vroeg en zoals ik het me herinner zonder de verdiende media-aandacht.

En omdat het zo moeilijk selecteren was, nog maar een onweerstaanbaar clipje, één en al nostalgie:

Lees hier mijn recensie van The Muppet Story.





Cinemadroom

13 10 2009

Ik race van film naar film momenteel – en af en toe ga ik nog werken – dus weinig nieuws hier. Ik geniet er van: zit aan 20 festivalfilms en hoop er nog zo’n 10 te doen de komende week en er zat al veel moois tussen. Meer valt daar momenteel niet over te vertellen.

Aangezien ik mijn muziekkennis ook enkel maar uitbreid door naar films te kijken, hier ter verpozing een pracht van een nummer dat ik deze week ontdekte dankzij de Britse film Fish Tank. Artiest en nummer zijn me uiteraard bekend, maar deze versie kende ik nog niet. Mooi! En het mag gerust voor Frank Vandenbroucke zijn. Wielrennen zegt me niets, maar dit is tragisch.

Bobby Womack – California Dreaming





Bye Bye Swayze

15 09 2009

Als filmfan altijd een beetje treurig als er eentje heengaat. Zelfs al was Patrick Swayze niet zo’n formidabele acteur en zijn zijn memorabele rollen op een hand te tellen – Donnie Darko (duivelse rol!) – Point Break (Ge-wél-dig!) – City of Joy (nu wellicht niet eens meer herbekijkbaar) – Ghost (Hollywood op zijn best) –  en puur uit nostalgie: North and South), hij is te vroeg naar de eeuwige skydivevelden overgegaan.

 





Senioren domineren de media

30 09 2008

Het nieuws wordt gedomineerd door zestigplussers. Miet Smet is doodgelukkig nu Wilfried Martens – uit vriendschap – met haar trouwt. Bassie zit vol kattekwaad en een veertig jaar jongere fan nu ook. Zou hij zijn clownsneus hebben opgehouden? Intussen overleed ook Paul Newman. Jammer, een geweldig acteur die ik nog wel wat jaren had willen zien doorgaan met acteren.





All things go

27 01 2008

Positief bloggen allemaal goed en wel, maar laten er nu net de voorbije week maar liefst drie mensen gestorven zijn wiens dood me op één of andere wijze wel getroffen heeft.

Dinsdag overleed, zoals in de media uitgebreid belicht werd, de Australische acteur Heath Ledger. Tja, ook filmsterren sterven, maar dat doen ze doorgaans niet op hun 28e en aan het begin van een bloeiende acteercarrière. De filmfan in mij had wel eventjes spijt.

Donderdag stierf de moeder van Nel, toch vrij onverwacht. Ik kende haar nauwelijks, maar leef erg mee met Nel. Het overlijden is trouwens des te droeviger omdat Nel op drie jaar tijd evenveel familieleden én een trouwe viervoeter verloor.

Vrijdag verongelukte Pieter Van Achter (Pol), een oud-medewerker van de Kutsite. Ik had Pol al meer dan drie jaar niet meer gezien en heb hem niet echt goed gekend, maar de schok is groot als je een naam herkent bij het lezen van een krantenartikel over een schijnbaar banaal ongeval – dat zich door een bitter toeval in Kerksken afspeelde, deelgemeente van mijn thuishaven Haaltert. Pol was een grote filmfan en kon er vurig over discussiëren. Of beter gezegd: hij zei nogal onomwonden wat hij van de dingen dacht. Hij zou op 28 januari 29 geworden zijn. Hoe wreed en tragisch. Lees hier een in memoriam. Pol Van Achter

Ik waag me niet aan gefilosofeer over de dood – in mijn hersenpan knettert het al haast dagelijks daarover, bij de herinnering aan of bij het lezen van de krant – en ik kan gelukkig zeggen dat ik maar héél weinig overleden mensen ken. Maar dit was me allemaal wat snel na elkaar en vooral steeds dichterbij komend. Het enige dat ik kan doen, is aan al die mensen blijven denken. En een ongelooflijk mooi liedje aan hen opdragen: niet echt een nummer over de dood, wel over reizen, maar de metafoor is duidelijk. All things go.

(Sufjan Stevens – Chicago)





Rip Röp

25 05 2007

Het filmfestival van Cannes heeft vandaag een slachtoffer gemaakt. Middenin het feestgedruis is het fenomeen Jo Röpke overleden, een grote figuur uit de filmjournalistiek en een eminent filmliefhebber uit de tijd dat filmkritiek nog ontstond uit liefde voor de film en niet uit frustratie ropcke.jpgen cynisme.

Het rustgevende stemgeluid van deze waardige verschijning, heeft mij jarenlang geheel onbewust een passie voor film aangepraat. Zonder zijn Premiere tijdens de jaren ’80 had mijn filmliefde zich wellicht geheel anders ontwikkeld. Ik heb hem één keer ontmoet, een wat fragiel geworden heer wiens elegantie en status als legende niet te negeren vielen. Een nobele mens, die correct oordeelde over films en zich terecht beklaagde over de manier waarop de huidige filmjournalisten slaven van de marketing geworden zijn. Een monument zeg maar. Hij was 78 en zag zo’n 12000 films.





R.I.P. Laura

12 03 2007

dscn1440.JPGVrijdag is onze familiehond Laura overleden. Niet onverwacht, maar toch betreurenswaardig. Laura heeft bij zowat iedereen van de familie gewoond en verbleef uiteindelijk het grootste deel van haar leven in Middelkerke. Ooit kwam ze de familie binnen dankzij Ria, maar ze werd groter en wilder en ging steeds meer plaats opeisen. Na diverse logeerpartijen kwam ze uiteindelijk terecht in het kuststadje, waar ze op 15-jarige leeftijd overleed.

Het opvallende was dat Laura’s aanwezigheid in onze familie erg gelijk loopt met het komen en gaan van familieleden. Ze kwam in de familie nét voor onze (over)grootvader Sooi overleed, in 1992. Thomas was toen één jaar en is dus zowat samen opgegroeid met Laura. Ik vermoed zelfs dat ze zowat evenveel konden eten. En door een grillige speling van het lot valt Laura’s dood op enkele dagen na gelijk met de eerste herdenking van Jelle’s overlijden.





Eén Pfaff minder

10 03 2007

Nét in die ene week dat ik compleet afgesloten ben van het nieuws, komt in Brasschaat toch wel opa Pfaff te overlijden zeker? Nu ja, het was niet echt opa Pfaff, want het was maar de schoonvader van Jean-Marie, maar de roddelpers noemt hem zo voor het gemak. Hét medianieuws van de week dus, en het is compleet aan mij voorbijgegaan want de ouwe is vandaag zelfs al begraven!

Ik heb altijd beweerd dat het productiehuis dat De Pfaffs maakt, al lang zat te wachten op dit overlijden. Men kan niet blijven trouwen en kinderen kopen om de serie boeiend (!?) te houden. Ik betwijfel dan ook of men volgend jaar deze familie van marginalen nog zal blijven volgen. De kijker heeft het nu immers allemaal wel gehad. Wedden dat de aflevering over de begrafenis voor een piek in de kijkcijfers zal zorgen? En dan mag het amen en uit zijn met deze overbodige familie. Alleszins is er nu toch al ééntje minder. Laat de vergetelheid de rest nu ook erg snel opslokken.





R.I.P. Robert Altman

21 11 2006

altman1.jpgAls filmfan laat het doen en laten van Hollywoodsterren en randfiguren me redelijk koud, maar gisteren overleed één van de grootste Amerikaanse regisseurs, de 81-jarige Robert Altman, en vreemd genoeg raakt mij dat. Enkele van zijn films, zoals de psychologische puzzelfilm Short Cuts, het grandioze moordmysterie Gosford Park en de Hollywoodsatire The Player, behoren absoluut tot mijn favorieten. En hoewel Altman 81 was, hoopte ik echt dat hij toch nog minstens één nieuwe film uit zijn mouw zou schudden. Altman’s laatste film, A Prairie Home Companion, zag ik onlangs nog, net op mijn verjaardag. Een toevalligheid waar ik als teken van rouw even wat meer betekenis aan geef.

Altman was een meesterlijk verteller die zich liefst van al onderdompelde in een bepaalde subcultuur of context. Daarnaast maakte hij ook heel veel brol, maar op zijn best bracht de man veelgelaagde, hoogstaande cinema. En dat daar nu een einde aan gekomen is, vind ik eigenlijk wel droevig. Dju toch.